Noordelijke samenwerking: the proof of the pudding is in the eating
De Noordelijke samenwerking hield de afgelopen weken de gemoederen bezig. Vooral in Fryslân trouwens. In Provinciale Staten is unaniem een motie aangenomen, waarin de Noordelijke samenwerking ter discussie wordt gesteld. In Groningen is de discussie eigenlijk niet eens echt doorgedrongen. Symptomatisch? Wellicht! Waardoor ontstaat zo’n discussie nu feitelijk? In Groningen snappen ze niks van dat gevoel van de Friezen.
Natuurlijk speelt het vertrek van allerlei instellingen en rijksdiensten van Leeuwarden naar Groningen een rol. Eigenlijk werd er bij elke rijksdienst een lobbygevecht gevoerd. Het gaat dan om het ministerie van Landbouw, de Kamer van Koophandel, de Keuringsdienst van Waren (nu Voedsel- en Waren Autoriteit). En straks mogelijk ook het UWV backoffice en de Belastingdienst. Vooral de laatste jaren doet Leeuwarden het slechter. Dat komt doordat de Rijksgebouwendienst Groningen heeft aangewezen als kernlocatie en Leeuwarden niet. In Groningen wordt op voorraad gebouwd door de Rijksgebouwendienst, in Leeuwarden niet! Dat is natuurlijk frustrerend.
Als er in het verleden goede afspraken hadden kunnen worden gemaakt en er een echte Noordelijke samenwerking zou zijn geweest, was het destijds veel logischer geweest dat het ministerie van Landbouw en Keuringsdienst van Waren in Leeuwarden waren gebleven gelet op het agri-nutri-profiel, en Rijkswaterstaat Noord in Groningen.
Voor de hoofdzetel van de Noordelijke rechtbanken wordt Groningen genoemd, ook al zit het Hof in Leeuwarden. Groningen heeft daar zonder enige twijfel al voor gelobbyd! Het feit dat het regiokantoor van het Openbaar Ministerie voor het Noorden sluipenderwijs naar Groningen is gegaan (met ingang van 1 januari 2009) zal van hun kant ongetwijfeld gebruikt worden als argument. In de Leeuwarder Courant werd onlangs de “gezamenlijke” lobby van het Noorden als volgt geschetst: “Een mislukte Noordelijke lobby ziet er ongeveer als volgt uit: Officieel meldt eerst het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) zich. Stad en provincie Groningen zijn dan echter al lang en breed bij ministers langs geweest om de piketpaaltjes te slaan.” Hoezo samenwerking?
Dat we in Leeuwarden ook best wat kunnen op dit vlak, mag blijken uit het feit dat bijvoorbeeld Aegon en Rijkswaterstaat Noord na een hard gevecht in Leeuwarden terecht kwamen. Maar dat is alweer heel, heel lang geleden. En toen stond Leeuwarden eigenlijk altijd alleen, de provincie gooide vrijwel zonder uitzondering Drachten in de strijd. Door de verdeel- en heerscultuur snijdt Fryslân zichzelf vaak in de vingers. De provincie kiest in dat soort gevallen niet, omdat Drachten ook in de markt is en moet blijven. Fryslân moet dus ook de hand in eigen boezem steken.
Samenwerking kan je het op dit terrein dus niet echt noemen, feitelijk is het altijd ordinair getouwtrek en een “gevecht” geweest. Niet echt een goede basis voor wederzijds vertrouwen en om afspraken te maken. Waarom zou het in de toekomst wel gaan lukken? Woorden zijn gemakkelijk, feiten spreken echter echt!
En dan de lobby voor de Voedsel- en Waren Autoriteit. Leeuwarden steunt trouwhartig de lobby van Groningen als vestigingsplaats (tegen Zwolle). Onder voorwaarde dat Groningen later Leeuwarden zal gaan steunen bij een lobby-traject. Op zich niet zo vreemd, want van samenwerking moet je beide profijt hebben. Maar weet men zich dat straks in Groningen nog wel te herinneren?
Het gaat niet alleen om de vestiging van instellingen, het gaat ook om de discussie over subsidies. Martiniplaza in Groningen krijgt relatief eenvoudig miljoenen subsidie van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, maar het WTC Expo in Leeuwarden moet een uitermate moeizaam proces doorlopen en moet ervoor knokken.
Het heeft ook te maken met het feit dat Groningen en Drenthe het vaak snel samen eens worden, en dan staat Fryslân alleen en moet wel mee. Of moet ik zeggen dat Groningen eerst Drenthe inpakt en dan zo Fryslân buitenspel zet? Dat is geen echte samenwerking. Fryslân moet wat dat betreft ook naar zichzelf kijken. Misschien zijn we ook wel te eigenzinnig!
Er worden achter de schermen af en toe harde gevechten gevoerd. Waarbij de Groningers het spelletjes net wat sluwer, gewiekster en handiger spelen. Dat moet Leeuwarden ook meer doen. Als Groningers dat binnen een samenwerking kunnen, dan kunnen en moeten wij dat als Leeuwarden ook. Een Te Gast in de Leeuwarder Courant had laatst een mooie kop “laat Groningers de leeuwentanden zien”. We moeten meer “straatvechters” worden. Waar dat wel is gebeurd, heeft het ook resultaat opgeleverd.
Heeft Noordelijke samenwerking dan nog wel bestaansrecht? Misschien wel. Maar dan moet er wel meer vertrouwen komen. Er moet met open vizier gestreden worden. En iedereen moet er uiteindelijk, zichtbaar profijt van hebben. Dat is nog te vaak niet het geval, ook al gaat het misschien voor een deel om een gevoel.
Wat mij betreft is de discussie over de hoofdzetel van de rechtbank in het Noorden én het gerechtshof van Leeuwarden de eerste testcase. Groningen moet daar gewoon Leeuwarden en Fryslân zonder twijfel, volop steunen! Is het wantrouwen dan volledig weg? Eén zwaluw maakt nog geen zomer! Ik denk dat het niet bij een incident moet blijven vanuit Groningen als het gaat om de Noordelijke samenwerking. Want er blijft gelden: the proof of the pudding is in the eating!
Aukje de Vries