Leeuwarden: last van rijksbeleid?

LEEUWARDEN: LAST VAN RIJKSBELEID?




In de Leeuwarder Courant van 14 november jl. houdt de PvdA Leeuwarden een klaagzang over het feit dat Leeuwarden last heeft van het rijksbeleid. Maar is het ook niet zo dat Leeuwarden last heeft van het eigen beleid uit het verleden, van de afgelopen decennia?


Leeuwarden is een stad van de sociaal-democratie. Leeuwarden is de stad van Pieter Jelles Troelstra en van Anne Vondeling. Leeuwarden is een stad waarin de PvdA de gemeentepolitiek sterk overheerst.


In 1953 had men een absolute meerderheid met 18 van de 35 zetels. Van 1958 tot en met 1990 was het zetelaantal minimaal 14 en maximaal 18. De afgelopen raadsperiodes (1994, 1998 en 2002) was het een beetje armoedig met 11, 13 en 10 zetels, maar in 2006 kwam het aantal raadszetels op 15, waardoor de PvdA wederom oppermachtig is en er zonder de PvdA niet snel iets geregeld kan worden. Maar wat of waar heeft deze overmacht in de afgelopen tientallen jaren Leeuwarden nu dan gebracht?


Leeuwarden is een stad met een hoge werkloosheid.


Leeuwarden heeft relatief veel uitkeringsgerechtigden, bijstandsgerechtigden en dus minima. Het werkloosheidspercentage in Leeuwarden is 12,8%, tegen 8,4% in Fryslân en 7,7% in Nederland ultimo oktober 2006 (bron: CWI-Noord-Nederland en CWI-net).


Leeuwarden is een stad met veel lage inkomens.


Het gemiddelde inkomen in Leeuwarden is € 21.700,-- per huishouden. Waarbij 40% van de huishoudens een inkomen onder de € 17.000,-- per jaar heeft. Het gemiddelde inkomen in Fryslân is € 23.600,-- en in Nederland € 25.900,-- (bron: CBS Statline 2005).


Leeuwarden is een stad met goedkope woningen.


De gemiddelde woningwaarde in Leeuwarden is extreem laag, € 107.000,--. In Fryslân is het € 158.000,-- en in Nederland € 202.000,-- (bron: CBS 2005).


Leeuwarden is een stad met hoge lokale lasten.


De netto woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in Leeuwarden was in 2005: € 627,80 (gemiddelde woningwaarde), terwijl het gemiddeld voor de grote steden in Nederland € 529,00 (gemiddelde woningwaarde) is volgens COELO. In de provinciale staatjes staat Leeuwarden inmiddels niet meer in de top, maar deze positie wordt voor een groot deel bepaald door de lage gemiddelde waarde van het woningbestand. Als de tarieven van de verschillende gemeenten op woningen met dezelfde waarde zouden worden losgelaten, dan zou het lijstje er heel anders uitzien.


Een achteloze lezer zal wellicht denken: wat kan een politieke partij daar nou aan doen? En alle grotere steden hebben toch een vergelijkbaar beeld? Een gemakkelijk antwoord zou kunnen zijn dat andere grotere steden ook vaak een bestuur hebben, waar de PvdA een zeer grote stem heeft in het beleid. Maar dat is te gemakkelijk, want er zijn ook wel steden die een ander beeld laten zien.


Leeuwarden heeft in het verleden veel te lang goedkope (huur-)woningen gebouwd. Dan is het niet onlogisch dat er veel goedkope woningen in de stad zijn en ook veel lage inkomens, want die willen graag een goedkope woning hebben. En dan heb je ook weer een grotere vraag naar sociale voorzieningen.


Het is wel degelijk zo dat het wordt beïnvloed door keuzes, politieke keuzes uit het verleden. Uit een onderzoek naar de hoogte van de OZB in Leeuwarden uit 2006 is gebleken dat de gemeente via haar woningbouwprogramma zeker invloed uit kan oefenen, zowel op haar sociale structuur als op haar grondopbrengsten.


Leeuwarden geeft in verhouding veel meer uit aan sociale voorzieningen en heeft lagere inkomsten uit de grondexploitatie, zo blijkt uit het onderzoek. Dit is de reden van de hoge OZB in Leeuwarden. De OZB is zo hoog vanwege politieke keuzes die jaren geleden, maar ook jarenlang, in Leeuwarden zijn gemaakt, door woningen te bouwen in het lagere segment (sociale huurwoningen). Daardoor kon er minder verdiend worden op de grondexploitaties én ontstond er een onevenwichtige bevolkingsopbouw, met veel minder draagkrachtigen. Dit heeft weer geleid tot hoge uitgaven op het gebied van sociale zekerheid.


Veel mensen uit Leeuwarden hebben in de jaren 70 en 80 ook met hun voeten gestemd, ze zijn vertrokken naar dorpen als Stiens en Hurdegaryp. Daar werden wel huizen gebouwd die men wilde én daar waren de lokale lasten meestal lager. Het waren vooral de meer draagkrachtigen die de gemeente verlieten.


Dat leidde tot een vicieuze cirkel. Er werd een steeds groter beroep gedaan op sociale voorzieningen, terwijl steeds minder schouders deze lasten konden dragen. De gemeente kon dan feitelijk niet anders doen dan de belastingen verhogen, hetgeen tot gevolg had dat nog meer draagkrachtigen de gemeente verlieten en nog minder schouders overbleven. Solidariteit is mooi, maar solidariteit in armoede blijft armoede.


Is het dan allemaal kommer en kwel? Nee, natuurlijk niet! Leeuwarden is ook een stad met een fantastische binnenstad, veel werkgelegenheid (zo’n 25% van de provinciale werkgelegenheid), maar dus ook een hoge inkomende pendel (55% van de banen wordt vervuld door mensen die niet in Leeuwarden wonen). 


En de afgelopen 10 jaar is er het nodige veranderd in Leeuwarden, dat is zichtbaar! Het beleid is veranderd. Ook met de PvdA in het college, trouwens, maar met de hulp van CDA én VVD in het college. Het hiervoor geschetste proces is een aantal jaren geleden (vooralsnog) gestopt in die zin, dat de belastingen niet meer boventrendmatig stijgen en ook de sociale voorzieningen constant blijven in uitgaven (analyse 2002 t/m 2005). Maar of dat zo blijft (voor de hoogte van de OZB-tarief is overigens inmiddels van rijkswege (CDA en VVD) een maximum vastgesteld)?


De OZB in Leeuwarden is sinds 1998 tijdens de twee laatste colleges van PvdA – CDA – VVD - PAL/Groelinks slechts zeer beperkt gestegen. In de periode van 1998 – 2002 met 0% en in de periode 2002 – 2006 met alleen de inflatiecorrectie. Dat het nodig is om alert te blijven, blijkt wel uit het feit dat een VVD-motie in 2003 moest voorkomen dat de onroerend zaakbelasting (OZB) met 2% extra (boven de inflatie-correctie) werd verhoogd. Ondanks afspraken in het collegeprogramma.


Het woningbouwbeleid is jaren geleden aanzienlijk bijgesteld. Er wordt nadrukkelijker gekozen voor het bouwen in het midden- en hoge segment (zoals bijvoorbeeld in Blitsaerd, Zuiderburen en de Zuidlanden). Maar in de raad is er nog steeds de drang om meer te willen doen in het lage woningbouwsegment. In 2004 nam de raad een motie aan om de omvang van de sociale woningvoorraad niet te verkleinen als gevolg van sloop in de stedelijke vernieuwingsgebieden. En dat terwijl er al teveel sociale huurwoningen in Leeuwarden zijn. En er afspraken zijn dat de omliggende gemeenten nu maar eens wat meer in die categorie moet bouwen.


Het is al met al dus veel te gemakkelijk om de schuld buiten Leeuwarden bij het rijk te leggen.


Aukje de Vries – november 2006