Halverwege de rit van 100 dagen
Het nieuwe kabinet neemt 100 dagen de tijd om in gesprek te gaan met de samenleving. Alhoewel, met de samenleving? De gewone burger komt er eigenlijk niet aan te pas. De bewindslieden praten vooral met instellingen en belangenorganisaties. Inmiddels zijn we halverwege die 100 dagen. PvdA-fractievoorzitter Dikken kraaide al victorie in een column: “Nieuwe kabinet mag er zijn”. Een beetje voorbarig.
Allereerst valt het aanwijzen van probleemwijken op. Ze moeten veranderen in prachtwijken. Een puur centralistische ingreep, zonder overleg met de burgers die het kabinet zo dierbaar zijn. In onder meer Arnhem, Amersfoort, Enschede en Tilburg stak kritiek op over de selectie, die gebaseerd blijkt op kille, deels verouderde cijfers. Tilburg heeft de wijken ’t Zand en Korvel inmiddels van de lijst laten halen. En Enschede wil ’s rijks achterstandswijk ruilen met een andere wijk die er veel slechter voor staat.
Ronduit sneaky is de financiering. Het Rijk investeert € 400 miljoen extra in deze wijken, samen met € 150 miljoen voor integratie (samen € 550 miljoen). Mooi, zou je zeggen. Totdat je beseft, dat dit kabinet een efficiencykorting van € 550 miljoen toepast op het Gemeentefonds. Het Rijk geeft met de ene hand, wat de andere weg graait…
Het geld voor de prachtwijken, dat mooie gebaar PvdA-minister Ellen Vogelaar, wordt in feite opgehoest door de gemeenten zelf. In rond Nederlands: een sigaar uit eigen doos.
Is dat de nieuwe solidariteit? Het gaat om geld dat een gemeente als Leeuwarden anders had kunnen investeren in bijvoorbeeld Oud-Oost, Huizum, De Schepenbuurt, delen van Bilgaard, het Valeriuskwartier, in plaats van het nu te moeten investeren in een wijk die recent drastisch is aangepakt. En kennelijk zo goed, dat de huurhuizen er weer populair zijn.
Ongetwijfeld komt daar bij dat de gemeente zelf ook co-financiering op het kleed moet leggen. We zullen het toch niet beleven dat het Rijk 100% betaalt? Waar halen we dat Leeuwarder deel vandaan? Uit de wijken waarvan we zelf vinden dat ze het meer verdienen dan Heechterp-Schieringen?
Dit voorbeeld is natuurlijk niet het enige. Ziet u Wouter Bos nog staan tijdens één van de verkiezingsdebatten op TV? Bos vroeg aan Balkende om niet drie, niet twee, maar één ding te noemen dat hij de afgelopen 4 jaar had gedaan om mensen met de hoogste inkomens aan te pakken. Balkenende stond met de mond vol tanden en dat onderdeel werd in de Wouter Tapes dan ook prominent herhaald. Eén van de topitems van Bos tijdens de verkiezingen was immers het verkleinen van de verschillen tussen rijk en arm.
Afgelopen vrijdag werd bekend dat het kabinet geen fiscale maatregelen zal nemen om iets te doen aan de topinkomens bij ondernemingen. Het extra belasten van topbestuurders is schadelijk voor de Nederlandse concurrentiepositie, volgens PvdA-minister van Financiën Wouter Bos, die verder aanvoert dat de Nederlandse tarieven voor de topinkomens al tot de hoogste van Europa behoren.
Roep je dan als lijsttrekker bewust dingen waarvan je weet dat je ze niet waar kan maken, vraag ik me dan als leek af. Maar, niet getreurd, de PvdA-fractie in de Tweede Kamer haast zich nu alweer om te zeggen dat ze toch maatregelen wil. Snapt u het nog?
De PvdA-fractievoorzitter in Leeuwarden zegt: “Na een gure periode van vier jaar VVD en CDA investeert nu ook het rijk weer in mensen die moeilijk een reguliere baan vinden. Met loonkostensubsidies en gesubsidieerde arbeid kunnen zij toch aan de slag.” Dat klinkt mooi! Maar juist dit nieuwe kabinet heeft aangekondigd structureel te bezuinigen op het werkdeel van de Wet Werk en Bijstand (oplopend tot € 300 miljoen). Uit dit budget betalen de gemeenten op dit moment nu juist de gesubsidieerde banen en loonkostensubsidies. Toch vreemd!
Het kabinet boekt daarnaast ook alvast een bezuiniging van € 250 miljoen in op het inkomensdeel van de Wet Werk en Bijstand. Als mensen pas bijstand vanaf 27 jaar kunnen krijgen is er minder geld nodig. Klopt als een bus, zou je zeggen. Maar de gemeenten zullen om dit waar te maken, eerst nog fors moeten investeren. Als het niet lukt om de mensen uit de bijstand te trekken, of de Tweede Kamer versoepelt de maatregel een beetje, dan liggen alle risico’s bij de gemeente.
Verder wordt ook de regeling Tegemoetkoming Bijzondere Uitgaven (TBU) overgeheveld van de Belastingdienst naar de gemeenten in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Op dit moment wordt er via de TBU-regeling zo’n € 1,6 miljard uitbetaald. Maar zodra de gemeenten de zaak overnemen, gaat dat bedrag omlaag naar € 1,2 miljard. Dat is een efficiencykorting van € 400 miljoen, ofwel 25%. Bij eerdere kabinetten bleef dit type kortingen altijd beperkt tot 10%.
De pijn van de plannen van het nieuwe kabinet zit hem duidelijk in de staart, ofwel in de financiële bijlage van het regeerakkoord, na ruim 44 pagina’s teksten met mooie woorden. Het is de kunst om die wollige verpakking te scheiden van datgene wat concreet wordt voorgesteld en ingeboekt. Ik heb het dan nog niet eens over het half miljard dat het generaal pardon schijnt te moeten gaan kosten. Het kabinet heeft geen rekening gehouden met deze kosten. Wie mag hier straks voor opdraaien? De gemeenten wellicht? Uit de gelden die gemeenten nu krijgen voor maatschappelijke opvang? Het zou wel passen in de lijn die het kabinet tot dusver hanteert richting gemeenten. Er tekent zich namelijk bij dit nieuwe kabinet onmiskenbaar een patroon af: mooi weer spelen ten koste van de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat.
Volgens mij zijn gemeenten met het nieuwe kabinet niet echt goed af. En als gemeenten er niet goed afkomen, doen burgers dat dan wel? Men kan een euro immers maar één keer uitgeven. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zit op dit moment in harde onderhandelingen met het Rijk over veel van de hier genoemde zaken. Ik hoop dat ze met een goed resultaat thuiskomen. Anders worden de gemeenten het kind van de rekening, en komen de stemmers ook bedrogen uit.
Aukje de Vries – april 2007