Een blinde vlek?
In de gemeenteraad van Leeuwarden werd onlangs gesproken over een onderzoek naar toepassingsmogelijkheden en diensten voor onder meer draadloos internet, een initiatief van de VVD en PvdA. In een column op de website doet PAL/Groenlinks de kritiek op het plan voor draadloze toepassingen van VVD en PvdA nog eens dunnetjes over. Ook in de gemeenteraad was er kritiek van PAL/Groenlinks gericht op de “gevaren” van een Wifi-netwerk.
Volgens PAL/Groenlinks zijn er mensen die gevoelig zijn voor gepulste elektromagnetische straling van UMTS, DECT-telefoons of Wifi. Ook wel elektrosensitiviteit genoemd. Deze mensen zouden last kunnen krijgen van allerlei klachten zoals suizingen, hoofdpijn, depressies of slapeloosheid.
Prima als je dit vindt, maar verwijt niet dat anderen er geen aandacht aan besteden. Citaat: “Met geen woord reppen de initiatiefnemers over de risico’s rond veiligheid en gezondheid. Op de uitdrukkelijke vraag naar het waarom van deze bewuste omissie bleven VVD en PvdA het antwoord schuldig.” Dat is echt onzin, in de reactie voorafgaand aan de commissievergadering zijn feiten en onderzoek aangedragen, en ook in de commissie- en raadsbehandeling is er uitgebreid over gesproken. Blijkbaar is dat vergeten, of het is een blinde vlek. Dus nog maar een keer de informatie.
In andere steden zijn al initiatieven voor draadloos internet/Wifi, zoals Rotterdam, Leiden en Groningen. In Groningen is zelfs al onderzoek gedaan naar elektromagnetische velden in relatie tot draadloos internet en Wifi. Als onderdeel van de proef Draadloos Groningen heeft de afdeling Toezicht van het Antennebureau van het Agentschap Telecom een EMF meeting (toegepast spectrum onderzoek) verricht om te bepalen wat de invloed van een draadloos netwerk is op de elektromagnetische veldsterkte.
Conclusie is: “Het netwerk van Draadloos Groningen zal op basis van deze metingen slechts in zeer geringe mate bijdragen aan het verhogen van veldsterkte in de stad, en de hoogte van de veldsterkte zit op 0.001 van de toelaatbare waarden! Vergeleken met ander stralingsbronnen (TV, radio, telefonie, pagers) valt het draadloze netwerk in het niet. Met de andere netwerken (radio) hebben we al meer dan een eeuw ervaring, en mogen we concluderen dat het gebruik volstrekt veilig is.”
De Nationale Gezondheidsraad heeft verder over elektromagnetische velden inmiddels duidelijk aangegeven dat er geen aanwijzingen zijn dat blootstelling aan radiogolven van UMTS-zendmasten gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken, belangrijk daarbij waren resultaten van Zwitsers UMTS-onderzoek. Dit onderzoek is in het verleden ook al gebruikt als argumentatie door het college, in relatie tot het plaatsen van UMTS-masten.
Verder zijn er in Engeland Wifi-netwerken op scholen gerealiseerd. Het Health Protection Agency aldaar heeft daarover het volgende gezegd: “We hebben kunnen vaststellen dat de straling van een wifi-netwerk vijftigduizend keer zwakker is dan wat internationale richtlijnen als maximum aangeven. Een kind dat een mobieltje tegen zijn hoofd houdt, wordt blootgesteld aan vijftig procent van diezelfde normen. Dat wil zeggen dat wanneer een kind een jaar lang in een klaslokaal met een wifi-netwerk doorbrengt, het evenveel schade oploopt als met een mobiel telefoongesprek van twintig minuten. Als wifi al schadelijk is, dan moeten behalve mobieltjes ook radio- en televisiezenders verboden worden.”
En dan is er ook nog de World Health Organization (WHO). WHO heeft over elektromagnetisch velden, basisstation, draadloze technologieën en volksgezondheid het nodige gepubliceerd. Conclusie van WHO is: “Gezien het zeer lage niveau van de blootstelling en de onderzoeksresultaten die tot op heden zijn verzameld is er geen overtuigend wetenschappelijk bewijs dat de zwakke RF-velden van basisstations en draadloze netwerken nadelige gezondheidseffecten veroorzaken.”
De WHO zegt ook nog: “Sommige mensen ervaren de risico’s van blootstelling aan RF-velden als waarschijnlijk en mogelijk zeer ernstig. Enkele oorzaken van de angst bij de bevolking zijn berichten in de media over nieuwe en onbevestigde wetenschappelijke onderzoeken, die leiden tot een gevoel van onzekerheid, en het idee dat er mogelijk
onbekende en niet ontdekte risico’s aanwezig zijn. … Ervaring leert dat ’het geven van voorlichting en informatie, een effectieve communicatie en betrokkenheid van burgers en andere belangengroepen op het juiste moment in het besluitvormingsproces voor plaatsing van RF-bronnen, het vertrouwen van en acceptatie door de bevolking kunnen verhogen.”
Blijkbaar willen sommigen dit niet horen, om wat voor reden dan ook. En dat mag, natuurlijk, maar zeg dan niet dat anderen er geen aandacht voor hebben, omdat ze er anders over denken. Het hele land is al “geplaveid” met draadloze netwerken. Die ontwikkelingen zijn niet meer te keren. En de privé netwerken houden niet op bij het eigen gebouw of de perceelgrens. Als je door de stad rijdt vang je overal netwerken op. In Leeuwarden zijn al vele (kleine) commerciële netwerken en hotspots te vinden. Sommige horeca-gelegenheden bieden al de mogelijkheid van draadloos internet. Een gecoördineerd sluitend netwerk, kan het beter op elkaar afgestemd worden, en in totaliteit zijn er misschien zelfs wel minder hotspots nodig.
Aukje de Vries