Biobrandstof: pas op de plaats

In het kader van het stimuleren van de stedelijke economie heeft de gemeente Leeuwarden vorig jaar een Ontwikkelfonds Duurzame Energietransitie ingesteld. De gemeente Leeuwarden stelde in 2007 € 300.000 beschikbaar voor de ontwikkeling van initiatieven rond duurzame energietransitie. Leeuwarden stimuleert hiermee bestaande en nieuwe initiatieven die zowel goed zijn voor de werkgelegenheid als een bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling van de stad. Op zich niets mis mee! Op het moment ligt de vraag voor of er nogmaals eenzelfde bedrag geïnvesteerd moet worden. Feit is dat absoluut niet duidelijk is wat dit alles moet gaan opleveren. Wat de beoogde meetbare effecten zijn (b.v. het creëren van een X aantal arbeidsplaatsen per project) of wat de financiële multiplier is, over dit alles krijgen we als raad geen informatie (over de milieu-effecten zal ik het maar helemaal niet hebben). Dus dan kan je ook nooit bepalen of het project succesvol is of niet! Dit wreekt zich des te meer, in het licht van het volgende.

 

In 2007 werd uit dit fonds een aantal zaken gesubsidieerd door Leeuwarden, o.a. openbaar vervoer op biogas, aanloopkosten van twee schone tankstations (Delta-Oil en Wibo) met biodiesel, aardgas, ethanol, PPO en biogas, overschakelen stadsverwarming in Camminghaburen op biogas, haalbaarheidsstudie voor energie uit afval (GFT-afval waarvoor de gemeente trouwens een leveringsplicht heeft aan Afvalsturing Friesland, dat recent een 10-jarig contract afsloot, maar dat terzijde). Veel initiatieven met bio-brandstoffen dus. Deze lijn wil het college ook doorzetten, door de nieuwe middelen in te willen zetten voor onderdelen die vallen onder het Noordelijk Energieakkoord, zoals nieuwe brandstoffen en energie uit afval.

 

Laat ik duidelijk zijn, ik ben een voorstander van het stimuleren van een duurzame ontwikkeling, en dan vooral ook door innovatie. Wel vind ik dat dit vooral een nationaal en internationaal beleid is en een taak van de hogere overheden, en dus veel minder van gemeenten, maar dat terzijde. Ik ben ook geen tegenstander van biobrandstof, maar zie misschien nog wel meer in de waterstoftechnologie (een “brandstof“ waarin zelfs BMW inmiddels volop investeert, ook de EU zet inmiddels in op de waterstoftechnologie).

 

Maar soms moet je als overheid toch ook even een pas op de plaats maken, om te kijken wat er nu eigenlijk in de wereld gebeurt. En dat geldt wat mij betreft ook voor het stimuleren van biobrandstof. De tankstations zijn akelig leeg. Ik ben benieuwd hoeveel mensen er inmiddels gebruik van maken, wat de concrete omzetcijfers zijn?! Het college heeft namelijk ook de mogelijkheid geboden om een 40-tal particulieren en bedrijven een subsidie te geven € 1.000,-- om de aanschaf of ombouwkosten van het voertuig op duurzame brandstof nog aantrekkelijker te maken. Staan die straks gefrustreerd met hun auto bij het “schone” tankstation? Wat trouwens ook interessant is, wat er met die stations gebeurt als ze niet renderen.

 

Want de markt voor biobrandstoffen staat op instorten, wordt er gemeld in de media. De grondstofprijzen zijn verdubbeld waardoor groene benzine en diesel niet meer kunnen concurreren met fossiele brandstoffen. Dat zegt voorzitter van de Europese organisatie voor PPO (pure plantaardige olie). In Duitsland dreigt een reductie van de productiecapaciteit voor biodiesel met 80 procent. En met de verdubbeling van de koolzaadprijs is het niet meer rendabel om biodiesel te maken, ook niet accijnsvrije. De één zegt dat het vanwege de Europese bijmengverplichtingen voor de fossiele brandstof is waardoor de prijzen van grondstoffen als koolzaad, graan en maïs stijgen. De ander zegt dat het komt door de grotere vraag naar voedsel en het welvarender worden van de ontwikkelingslanden.

 

Onlangs melden de media ook nog eens: milieuorganisaties vragen om de productie van “schone” biobrandstoffen voorlopig te stoppen. Biobrandstof is minder schoon dan verwacht, de productie ervan leidt tot méér uitstoot, de ontbossing wordt er door versneld en de voedselprijzen stijgen. En bossen zorgen nu juist voor het absorberen van kooldioxide. En nu schijnt de productie van biobrandstof ook nog meer energieverslindend te zijn en meer uitstoot van schadelijk gas op te leveren dan zij bespaart. Een beetje hetzelfde hardnekkige verhaal als bij windmolens.

 

Het is trouwens wel opvallend hoe vaak juist milieu-organisaties opeens weer iets weten te vinden waarom ze tegen bepaalde alternatieve oplossingen zijn voor het energievraagstuk van de fossiele brandstoffen en als oplossing voor de CO2-uitstoot. Het worden er inmiddels we heel veel. Windenergie? Nou nee, al die horizonvervuilende windmolens in het mooie open landschap. Dat kan echt niet. Een windpark op zee? Nee, ook maar niet, want dat verstoord het zee-/oceaanleven teveel en weer die horizon … Kernenergie dan? Nee, zeg dat kan echt niet! CO2-uitstoot is er niet, maar dat afval, niet doen. En voor biobrandstof nu blijkbaar hetzelfde liedje. En gaan we bij energie uit water (zoet en zout of een getijdencentrale) bij de Afsluitdijk straks ook weer op herhaling? Want lijdt de Waddenzee daar niet enorm onder? Maar eigenlijk is dit een zijstapje.

 

Gelet op de eerder geschetste ontwikkelingen op het gebied van biobrandstof lijkt het mij niet meer dan logisch dat Leeuwarden bij dit alles even stilstaat. En bedenkt: moeten we iets met deze informatie en nieuwe ontwikkelingen? Moeten we de koers bijsturen naar het stimuleren van andere alternatieven? Voordat er weer allerlei subsidies voor initiatieven voor biobrandstof worden verstrekt uit het Ontwikkelfonds Duurzame Energietransitie en wellicht allerlei particulieren en bedrijven gestimuleerd worden over te stappen naar iets wat minder ideaal lijkt te zijn dan oorspronkelijk was gedacht. Ook de EU-commissaris voor ontwikkelingssamenwerking (de EU heeft afgesproken dat in 2020 10% van alle brandstof biobrandstof moet zijn) pleit voor een pas op de plaats. Tot nu toe heb ik daar in Leeuwarden nog niets van gemerkt. Jammer, heel jammer. Wellicht is men bang om het toe te geven en men helemaal niet kan aantonen of het succesvol is of juist niet.

 

Aukje de Vries