Betuttelende of noodzakelijke regelgeving
In de Leeuwarder Courant van enige tijd geleden stond pontificaal op de voorpagina het bericht dat er een trap was afgekeurd in de Leeuwarder nieuwbouwwijk Blitsaerd omdat er 1 centimeter teveel tussen de treden zat. De gemeente heeft een dwangsom van € 5.000 opgelegd. Als VVD-raadslid vind ik deregulering belangrijk. Onnodige, tegenstrijdige of niet te handhaven regels moeten verdwijnen. Dus voldoende aanleiding om even in de zaak te duiken.
Navraag bij deskundigen leert dat de tekst in het LC-artikel wel enigszins misleidend is. Het Bouwbesluit is landelijk vastgelegde regelgeving en niet gemeentelijk, zoals in het artikel werd gesuggereerd. In het landelijke Bouwbesluit uit 2003/2005 staat dat een optrede maximaal 185 mm mag zijn. De trap in Blitsaerd is circa 195 mm (volgens gemeente 198 mm). Over deze zaak moet de bezwaarschriftencommissie zich maar buigen en een uitspraak doen, en daarna het college. De regelgeving is nog zoals die is. Maar het zet je als raadslid wel weer aan het denken over de regelgeving in dit land en wat we daar mee doen op gemeentelijk niveau.
Toen ik deze case las, moest ik direct denken aan een andere bekende situatie. Namelijk die in de gemeente Heerenveen, waar een paar jaar gelden een langslepende kwestie speelde tussen de gemeente en de bouwer van een huis in Hoornsterzwaag over de breedte van binnendeuren. De deuren waren te smal (80 cm, terwijl 85 cm was voorgeschreven), en moesten worden verbreed. De gemeente kreeg uiteindelijk van de rechter in Leeuwarden en bij de Raad van State gelijk. Maar in 2004 begroef Heerenveen uiteindelijk toch de strijdbijl, er was nog één badkamerdeur te smal.
Natuurlijk snap ik de achtergronden van de regelgeving best wel. De overheid wil dat trappen makkelijker te belopen zijn. In vergelijking met andere landen konden in Nederland tot 2005 relatief steile trappen worden gemaakt. Naast de wijziging van de optrede (niet meer dan 18,5 cm), is een paar jaar geleden ook de maximale helling (klimlijn) verkleind. Gebruiksgemak, minder huiselijke ongevallen en inspelen op een vergrijzende bevolking waren de achtergronden van de aanpassingen van deze eisen in het Bouwbesluit.
Het is ook de wens om meer levensloopbestendig te bouwen. Maar de vraag is of je al dit soort regeltjes ook moet vastleggen, en er dus toezicht en handhaving op moet los laten als overheid. Degene die het huis bouwt of laat bouwen zal toch altijd rekening houden met de verkoopbaarheid op termijn, en dus echt niet te absurde dingen gaan doen? Anders loopt iemand het risico dat het huis niet meer wordt verkocht.
Blijkbaar kan je ook nog eens relatief eenvoudig de regeltjes te omzeilen. Bijvoorbeeld in het geval van de trap in Blitsaerd. Vervang de trap door een zeer goedkope trap die wel voldoet aan alle regeltjes, die de goedkeuring van de gemeente krijgt en vervang deze na verloop van tijd, bijvoorbeeld een jaar, weer door de nu afgekeurde trap. Er schijnt dan geen haan naar te kraaien. Dat is natuurlijk wel vreemd! Als iemand een nieuwe trap in een bestaand huis plaatst is dit niet bouwvergunningplichtig. Wellicht is het Bouwbesluit wel van toepassing, maar er wordt dus helemaal niks gecontroleerd. De gemeente kan en zal dan dus ook niet handhaven. Op zich ook wel logisch, omdat je anders als gemeente alle huizen jaarlijks aan de binnenkant moet controleren en dat is natuurlijk onmogelijk. Dan wordt het echt Big Brother.
Het is denk ik belangrijk om onderscheid te maken tussen betuttelende of noodzakelijke regelgeving. Als je teveel betuttelende regeltjes hebt, dan wordt het draagvlak voor alle andere regels minder, ook al zijn die noodzakelijk. Regels moeten uit te leggen en ze moeten te handhaven zijn (in vergelijkbare situaties).
Landelijk zou je bijvoorbeeld richtlijnen kunnen bepalen, waar je dus van kan en mag afwijken, bijvoorbeeld om een huis levensloopbestendig te maken, en daadwerkelijke regelgeving, waar je niet van mag afwijken. En die je dan ook moet handhaven.
Heeft de gemeente dan geen enkele vrijheid als het gaat om het Bouwbesluit? Burgemeester en Wethouders kunnen in sommige gevallen ontheffing verlenen van het Bouwbesluit, er staat ook duidelijk wanneer dit niet kan. Het gaat dan om het verbouwen, uitbreiden of vernieuwen van bestaande bouw. Voor een ontheffing van de nieuwbouwvoorschriften moet iemand terecht bij het ministerie van VROM. Niet echt eenvoudig dus, en geen mogelijkheid voor de gemeente om bijvoorbeeld collectief ontheffing te verlenen voor nieuwbouwvoorschriften.
Ook andere gemeenten zien het probleem en doen er wat mee. In Heerenveen was waarschijnlijk het gedoe met de breedte van de deuren de aanleiding om in 2006 eens te kijken naar de bouwvoorschriften. Voor een toilet hoort een afsluitbare deur te zitten. De buitendeur moet naar binnen openslaan. En ieder huis dient over voldoende stopcontacten te beschikken. Aan de meeste regels zullen mensen zich toch wel houden, dacht de gemeente Heerenveen. Over deze en andere pietluttige bouwvoorschriften valt de gemeente Heerenveen de burger niet meer lastig. De gemeente Heerenveen heeft in 2006 eens de stofkam door de wirwar aan regels van bouwtoezicht gehaald. De regels worden niet geschrapt, maar hoeven in de bouwvergunning niet meer uitgewerkt te worden.
Men gaat uit van vertrouwen. Iets waar de VVD in Leeuwarden ook al regelmatig voor pleit. De aanvragers moeten een verklaring ondertekenen waarin staat dat ze de regels van het Bouwbesluit naleven. Schieten ze naderhand toch tekort, dan is dat hun eigen verantwoordelijkheid, en niet die van de gemeente. Op het terrein van brandveiligheid en constructieve veiligheid blijven alle regels en controles nog wel overeind, omdat het daar gaat om wezenlijke zaken.
Het liefst zou ik zien dat landelijk de betuttelende regels in het Bouwbesluit eruit worden gehaald, en eventueel nog opgenomen worden als een soort richtlijnen. Maar tot die tijd zou ik graag willen dat in Leeuwarden een vergelijkbare werkwijze als in Heerenveen ingevoerd wordt. En dus uit te gaan van vertrouwen. Geen betuttelende regels en toezicht meer, maar goede handhaving van de echt noodzakelijke regelgeving.
Aukje de Vries