De reïntegratie van werklozen ligt al enige tijd onder vuur. Er wordt in de Tweede Kamer getwijfeld over de effectiviteit van alle gemeentelijke maatregelen en de resultaten van de miljoenen (€ 1,5 miljard per jaar) die geïnvesteerd worden. Terecht of onterecht? Aandacht voor effectiviteit is in ieder geval vereist! Onlangs verscheen een onderzoek van NICIS, waaruit bleek dat het ruim € 500.000 kost om één werkloze aan het werk te helpen. Nu is er veel af te dingen op het onderzoek, want bij de kosten zijn bijvoorbeeld ook de middelen die worden ingezet voor de gesubsidieerde arbeid meegenomen, waardoor het gemiddelde per werkloze die aan het werk komt enorm stijgt. Feit is wel dat in 2007 90.000 reïntegratietrajecten werden afgerond, waarbij 21.000 (23%) mensen uitstroomden naar werk, en dat uit het onderzoek blijkt dat de kans op werk door de reïntegratie-inspanningen stijgt met slechts 3 procentpunt, ofwel slechts 3% van de mensen is aan het werk gekomen door de inspanningen van de gemeente. Al met al is wel duidelijk dat van het reïntegratiegeld in het werkdeel van de Wet Werk en Bijstand (WWB) maar voor een heel klein deel echt wordt ingezet om mensen weer een reguliere baan te bezorgen, veel wordt ingezet voor andere zaken.
En uit het projectplan kansen en vernieuwingen van het college van B&W van Leeuwarden bleek onlangs ook al dat uit de eerste verloningstrajecten (loonkostensubsidies) maar liefst 80 personen weer terug in de bijstand zijn gestroomd. Om de doelstellingen eind 2008 alsnog te halen worden er nu tijdelijk 200 extra plaatsen voor gesubsidieerde arbeid gerealiseerd tot eind 2009, hierdoor zijn er eind 2008 200 personen extra “uit de bijstand”, maar zeker niet uitgestroomd naar regulier werk.
In het kader van de herijking van het beleid voor de Wet Werk en Bijstand (WWB) begin 2007 is een pilot gestart met betrekking tot social return. Social return was een voorstel dat kwam uit het PvdA-verkiezingsprogramma. Het voorstel was om bij de grotere projecten die de gemeente initieert standaard te verplichten dat er minimaal 5% werkzoekenden ingeschakeld worden. Het college koos voor een pilot met een verplichtend karaker bij een viertal aanbestedingen van de gemeente.
De aannemers bleken zeer bereid en in staat om mensen binnen de bedrijven aan werk te helpen. In de besteksvoorwaarden van de vier bestekken werd opgenomen dat een percentage van de bouwsom ingezet moest worden voor het plaatsen van werklozen en dat er sancties stonden op het niet nakomen van deze bestekvoorwaarde.
Doelstelling van de pilot social return was om circa 10 arbeidsplaatsen tijdelijk te vervullen. Dit aantal is niet gehaald, met name omdat, volgens het college, voor de fysiek zware werkzaamheden onvoldoende geschikt aanbod was. Er is toen besloten om ook buiten het bestek vallende werkzaamheden mee te nemen, zoals bijvoorbeeld schoonmaak, catering, receptie, maar ook de invulling van deze vacatures verliep moeizaam. Als reden geeft het college aan dat de pilot gericht was op invulling vanuit de oude reïntegratiecontracten, die al behoorlijk leegliepen en waaruit dus weinig geschikt aanbod was, daarna is het vizier ook gericht op de nieuwe contracten, maar daar moest de doorstroom vanuit het startprogramma nog goed op gang komen. Al met al een boel “redenen” waarom het niet gelukt is.
Met andere woorden feitelijk heeft er in overleg met de ondernemers invulling plaats gevonden, en dat leverde uiteindelijk enig resultaat op. En dus niet domweg verplicht iets vastleggen, dat bleek al helemaal niet te werken! Het college gaat het in het vervolg ook zo doen, social return zal selectiever ingezet worden, meer gerelateerd aan het bekende aanbod van werkzoekenden. Ik ben blij dat ze uiteindelijk tot die conclusie zijn gekomen. Want de VVD heeft bij de bespreking van het voorstel social return al aangegeven dat het college kiest voor de gemakkelijkste weg. De VVD zag liever dat er op een volwassen manier afspraken werden gemaakt met dat bedrijfsleven in plaats van kortdurend succes van het verplicht opleggen van het dienst nemen van werklozen voor de duur van het project. Dit blijkt dus beter te werken, ook al zijn de resultaten van de hele pilot natuurlijk zeer mager te noemen.
Bij de aannemers zijn 3 werkzoekenden geweest die het contract hebben uitgediend. Van de in totaal 11 aangeleverde personen (dit waren de personen waarmee duidelijke afspraken waren gemaakt) kwam een aantal bij aanvang van het werk niet opdagen. Tijdens het werk zijn nog eens 6 personen afgehaakt! Wat mij betreft schokkende aantallen als het gaat om de “uitval”!
Maar goed, dan zijn er natuurlijk wel sancties geweest richting degenen die niet kwamen opdagen of uitvielen, toch? Nee, dus. Het blijkt te gaan om klanten van “oude” contracten, de case-manager zou door het reïntegratiebedrijf op de hoogte gesteld moeten worden middels een schriftelijke kennisgeving waarna een maatregelenonderzoek kan volgen. Er blijken geen kennisgevingen van de reïntegratiebedrijven te zijn ontvangen en ook geen maatregelenonderzoeken te zijn gestart. Simpel gezegd, er is niks gebeurd, er zijn geen sancties geweest! Wat mij betreft moet je niet alleen afwachten wat de reïntegratiebedrijven doen, maar ook zelf actie ondernemen bij dergelijke resultaten. Dat er niks is gedaan qua sancties, vind ik eigenlijk best schokkend . In de toekomst moeten sancties consequent worden toegepast!