Sociale werkvoorziening: heel veel vragen
Vroeger was de sociale werkvoorziening in Leeuwarden een eigen gemeentelijke dienst, de DSW. De tekorten liepen daar echter zo hoog op dat besloten werd dat er iets moest gebeuren. In 2001 leidde dat tot de totstandkoming van een Gemeenschappelijke Regeling SW Fryslân (met naast Leeuwarden 7 andere gemeenten) en het oprichten van Caparis NV. Bij de besluitvorming is toen aangegeven dat voor Leeuwarden de gemeentelijke bijdrage zou dalen tot circa fl. 0,8 miljoen in 2005. Ter vergelijking in de begroting 2002 stond de bijdrage van de DSW op ca. fl. 3 miljoen. Dat leek een goede oplossing. Heerenveen en Drachten hadden een redelijk gezond SW-bedrijf. Wethouder Krol van Leeuwarden zei in 2001 nog: “Het bedrijfsplan laat een moderne sterke onderneming zien die vertrouwen geeft in een toekomstbestendige uitvoering en continuïteit. De financiële vooruitzichten van deze onderneming zijn ronduit goed te noemen ….”
In de gemeenschappelijke regeling heeft de gemeente Leeuwarden als 1 van de 8 gemeenten trouwens slechts 1 stem, maar ze staat wel aan de lat voor 22% van de tekorten en nog eens garant voor 22% van de leningen. Eigenlijk hebben we niks in te brengen als gemeente. Het is misschien wel sociaal opgezet, maar niet slim als je invloed wilt hebben en sturing wilt geven.
Je kan je afvragen of het destijds verstandig was om in 2001 alsnog een gemeenschappelijke regeling in het leven te roepen. Nu zijn we als gemeente namelijk de grip kwijt en sterk afhankelijk van anderen. In oktober 2007 beweert het college van Leeuwarden overigens nog dat de samenwerking op basis van de WGR (Wet Gemeenschappelijke Regeling) een gemeente schaalvoordeel oplevert zoals een kwalitatief nog betere uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening en een financieel voordeel. Dat is wel zeer saillant, als je kijkt naar de ontwikkelingen direct daarna, maar daarover straks meer. Andere kant is dat de gemeente Groningen nog wel een eigen SW-bedrijf heeft (met een ambtelijke rechtspositie). Dat is echter ook niet zo’n groot succes.
In het najaar 2007 moesten de gemeenteraden van de betrokken gemeenten zich uitspreken over de modernisering van de sociale werkvoorziening. De aanleiding was de modernisering, maar de tekorten liepen ook weer op. Net als in 2001 was er een prisoner’s dilemma. Doormodderen en nee zeggen had geen nut, want dan werden de problemen niet opgelost. Er werd voorgespiegeld dat met het voorstel de structurele problemen in 2010 opgelost zouden kunnen worden en het eigen vermogen weer op peil zou kunnen komen. Dat klinkt mooi. Achteraf misschien wel te mooi om waar te zijn.
Bij de behandeling heeft de VVD toen nog gevraagd of het voorstel nu echt de financiële problemen oplost, van € 1,5 miljoen tekort in 2007, en € 4,7 miljoen negatief eigen vermogen. Het college verwees daarbij naar het onderzoek van Ernst & Young naar de financiële situatie. Op basis van de uitgangspunten die waren gekozen was het haalbaar. Maar of de uitgangspunten realistisch en haalbaar waren? Het college had er echter vertrouwen in.
Als raadslid was dit proces onbevredigend. Want in dit geval en op dit moment had “nee” zeggen geen zin. De andere opties waren immers nog minder aantrekkelijk. Uit de gemeenschappelijke regeling stappen zou te complex zijn en veel te veel gaan kosten, bijvoorbeeld aan desintegratiekosten. Het bedrijf failliet laten gaan dan? Nee, ook geen optie, want de gemeenschappelijke regeling staat heel fijn garant voor 22% van de uitstaande leningen, en daarmee dus ook de gemeente Leeuwarden. En dat zijn tientallen miljoenen.
De inkt van het besluit over de modernisering is echter nog niet droog of in december 2007 komen er grote problemen aan het licht. De media melden in december 2007 dat Caparis grotere schulden heeft en bovendien kampt met een groter negatief eigen vermogen. Uit het jaarverslag over 2006 blijkt dit € 2,6 miljoen te zijn. In 2007 is dit opgelopen tot € 4,7 miljoen. De gemeenschappelijke regeling is verplicht leningen te verstrekken aan Caparis. Ook het exploitatietekort liep pijlsnel op: van € 456.000 in 2005 tot € 1,3 miljoen over vorig jaar. In 2007 rekent Caparis op een verlies van € 1,2 miljoen. De organisatie en het college voorspelde aanvankelijk in 2011 uit de min te kunnen komen! Maar dit lijkt nu opeens van geen kanten meer te kunnen lukken. Dat was de raad toch iets anders voorgesteld in het najaar van 2007!
Er komt nu een onderzoek naar het oplossen van de problemen voor de toekomst, dat onderzoek moet elk moment gereed zijn. Op zich natuurlijk een actie die moet gebeuren. Maar hoe heeft de situatie vanaf 2006 zo snel en in zo korte tijd kunnen verslechteren? Hoe is de informatie bij de besluitvorming in 2007 tot stand gekomen? Was er toen al meer bekend? Waren de uitgangspunten van 2007 haalbaar en realistisch? Wie hebben er de laatste paar jaar allemaal zitten snurken? De raad van commissarissen? De aandeelhouders? De bestuurders in de gemeenschappelijke regeling? De directie? Hoe had je als raad wel grip kunnen krijgen en houden op dit proces? Heeft de organisatie een waterhoofd? Opereert de organisatie te star en te ambtelijk? Hoe kan het dat bijvoorbeeld een soortgelijk bedrijf als Empatec zijn zaakjes wel voor elkaar heeft? Heel veel vragen, die nog niet beantwoord zijn. Wil je met vertrouwen verder naar de toekomst kijken, dan is dat ook belangrijk. Rode draad is misschien wel dat Caparis zich de laatste vijf jaar als bedrijf heeft verkocht, terwijl ze dat niet zijn.
De Sociale Werkvoorziening krijgt in de toekomst een belangrijke rol als het gaat om de onderkant van de arbeidsmarkt. Dan moet een bedrijf dat ook wel aan kunnen. We zouden ook moeten laten uitzoeken hoe de situatie vanaf 2006 tot nu zo snel heeft kunnen veranderen, zodat de gemeente daaruit kan leren voor de toekomst en wel voldoende grip kan krijgen/houden. En (min of meer gedwongen) de nieuwe rol toch met vertrouwen overlaten aan de gemeenschappelijke regeling en Caparis. Maar ook meer specifiek hoe de gemeenteraad beter de vinger aan de pols kan houden en kan sturen op resultaten (ook financieel).
Aukje de Vries