Repressie versus preventie; handhaving versus hulpverlening
Sinds de politie Friesland in Leeuwarden is gestart met het project Versneld Afhandelen Verslaafden (VAV), is het aantal geregistreerde dak- en thuisloze drugsverslaafden met bijna de helft gedaald. Dat stelt Thea van der Bos, groepschef van het bureau binnenstad, in het laatste nummer van Stadsblad Liwwadders. Het VAV-project richt zich erop dat alle kleine boetes van verslaafden uiteindelijk bij elkaar opgeteld worden en worden omgezet in een celstraf.
Als ik zoiets lees vraag ik me vooral ook af, waarom al die dak- en thuisloze drugsverslaafden in eerste instantie eigenlijk naar Leeuwarden zijn getrokken? Wat trok ze nou zo aan in Leeuwarden?
Trekt een actieve inzet op preventie, hulpverlening en een (te) ruim aanbod aan voorzieningen mensen aan? Stoot een actieve inzet op repressie en handhaving mensen af?
Als het gaat om bepaalde repressieve maatregelen, dan worden deze vaak als eerste ingevoerd in de vier grote steden in de Randstad of steden met meer dan 100.000 inwoners, omdat wordt gezegd dat daar de problemen het grootst zijn. Dan gaat het bijvoorbeeld om preventief fouilleren, cameratoezicht, aanpak veelplegers, VAV (versneld afhandelen verslaafden), etc. Maatregelen waar de VVD Leeuwarden vaak allang voor pleit, maar die relatief laat, of niet worden ingevoerd in Leeuwarden.
Het gevoel dat het bij mij soms wel oproept, is dat door de strengere maatregelen elders, bepaalde groepen, die veel overlast veroorzaken, daardoor uitwijken naar plaatsen waar dergelijke maatregelen nog niet zijn ingevoerd, en waar een relatief goede hulpverlening aanwezig is. Door het artikel in Liwwadders werd dat gevoel eigenlijk bevestigd.
Als het in de gemeenteraad om oplossingen voor problemen gaat, richt de discussie zich meestal op de preventieve kant. Repressie is toch een beetje eng zo lijkt het wel, want je laat je van een minder aardige kant zien. Preventie ofwel hulpverlening, zo is de gedachte, dat is wat werkelijk helpt en de kern van het probleem aanpakt. De vraag die je je wel kunt stellen is of preventie wel altijd voldoende en effectief is voor het probleem dat je wilt oplossen.
De VVD is altijd voorstander van een goede balans tussen preventie en repressie! Preventie alleen werkt niet, als er geen grenzen worden gesteld en die ook worden gehandhaafd, ofwel er gewoon wordt opgetreden door de politie. Maar misschien gaat het ook wel meer om wat je daadwerkelijk als het probleem ziet.
Het bestrijden van overlast is bijvoorbeeld één van de belangrijkste thema’s van de VVD. Daarom is de VVD onder meer voorstander van een gebruiksruimte. Er wordt dan niet meer op straat gespoten, dus minder overlast. En van medische heroïneverstrekking. Verslaafden zijn rustiger, hebben minder nodig en krijgen hun shot op recept, gevolg men hoeft minder inbraken te plegen, minder auto’s open te breken. Het levert de maatschappij als totaal uiteindelijk € 13.000,-- per persoon op.
Sommige andere partijen in de raad zullen ook voor dezelfde maatregelen zijn, maar vaak meer vanuit de invalshoek van hulpverlening aan de arme verslaafden, hun welzijn, hun gezondheid.
Soms komen die twee invalsrhoeken dus samen, en hebben partijen hetzelfde belang. Maar als het gaat om repressie zullen diezelfde partijen veel minder gauw bij elkaar komen. Als het in de eerste plaats gaat om het welzijn, zal repressie niet de eerste keus zijn.
Maar in de overlastbestrijding zijn repressie en onorthodoxe maatregelen volgens mij wel degelijk nodig. Want wat heeft nu echt geholpen? Preventie en hulpverlening of repressie en handhaving? Een handhavingsproject als Versneld Afhandelen Verslaafden (VAV) levert de helft minder dak- en thuisloze drugsverslaafden in Leeuwarden. Het heeft in ieder geval geholpen! De koudwatervrees van sommigen voor een proef met cameratoezicht in Leeuwarden snap ik, als ik hier naar kijk, dan ook al helemaal niet!
Aukje de Vries (6 november 2005)
Helft verslaafden met onbekende bestemming vertrokken
Helft geregistreerde drugsgebruikers vertrokken
Lachen vergaat verslaafden door ‘vavven’
Het opleggen van geldboetes aan verslaafden was lange tijd een heilloze weg. Drugsverslaafden verscheurden vaak lachend de bekeuringen die ze kregen, soms zelfs voor de ogen van de politieagenten, die dat gelaten moesten aanzien. In 2001 echter introduceerde de politie in samenwerking met de gemeente, het openbaar ministerie en de verslavingszorg het zogenoemde VAV-project, dat volgens de politie erg succesvol is in de strijd tegen overlast. Landelijk kent alleen Amsterdam een soortgelijk project als het VAV, verder is de aanpak in Leeuwarden uniek.
De kern van het ‘vavven’ is dat boetes die verslaafden krijgen consequent bij elkaar worden opgeteld en dat die op een gegeven moment worden omgezet in een celstraf. Die dreiging is geen papieren tijger: er is voor het ‘vavven’ altijd celruimte beschikbaar en agenten kunnen verslaafden met een behoorlijk aantal bonnen op hun conto zonder pardon oppakken en opbergen. Die repressieve aanpak werkt volgens politiechef Van der Bos uitstekend. “In 2001 registreerden we in Leeuwarden 273 dak- en thuisloze verslaafden, maar bijna de helft daarvan heeft de stad inmiddels verlaten. Waar ze zijn gebleven, weten we niet. Onder de vertrokken verslaafden rekenen wij overigens ook twaalf doden.”
Dat verslaafden een hekel hebben aan ‘brommen’, speelt zeker een rol. Van der Bos: “Het verstoort hun hele levensritme. In de wintermaanden vinden ze het soms wel even lekker om binnen te zitten, maar meestal niet. Door de bank genomen draait hun hele leven namelijk maar om één ding en dat is drugsgebruik. Ze moeten ‘scoren’. In de gevangenis kunnen ze hun verslaving niet voeden en dat hakt er in.” Uit statistieken blijkt dat de Leeuwarder politie in 2004 in het kader van het ‘vavven’ in totaal 495 processen verbaal heeft uitgeschreven. Dat resulteerde in 1789 dagen cel. “Dagen waarop de verslaafden dus vast zaten en geen overlast veroorzaakten”, concludeert Van der Bos tevreden. In 2005 zijn tot nu toe 328 soortgelijke pv’s opgemaakt, die 581 strafdagen opleverden. “Minder dus dan in 2004, vooral omdat het aantal verslaafden blijft afnemen en zeker niet omdat we minder scherp zijn”, aldus de politiechef.
Datum: Vrijdag, 28 Oktober 2005
Helft geregistreerde drugsgebruikers vertrokken
Lachen vergaat verslaafden door ‘vavven’
Het opleggen van geldboetes aan verslaafden was lange tijd een heilloze weg. Drugsverslaafden verscheurden vaak lachend de bekeuringen die ze kregen, soms zelfs voor de ogen van de politieagenten, die dat gelaten moesten aanzien. In 2001 echter introduceerde de politie in samenwerking met de gemeente, het openbaar ministerie en de verslavingszorg het zogenoemde VAV-project, dat volgens de politie erg succesvol is in de strijd tegen overlast. Landelijk kent alleen Amsterdam een soortgelijk project als het VAV, verder is de aanpak in Leeuwarden uniek.
De kern van het ‘vavven’ is dat boetes die verslaafden krijgen consequent bij elkaar worden opgeteld en dat die op een gegeven moment worden omgezet in een celstraf. Die dreiging is geen papieren tijger: er is voor het ‘vavven’ altijd celruimte beschikbaar en agenten kunnen verslaafden met een behoorlijk aantal bonnen op hun conto zonder pardon oppakken en opbergen. Die repressieve aanpak werkt volgens politiechef Van der Bos uitstekend. “In 2001 registreerden we in Leeuwarden 273 dak- en thuisloze verslaafden, maar bijna de helft daarvan heeft de stad inmiddels verlaten. Waar ze zijn gebleven, weten we niet. Onder de vertrokken verslaafden rekenen wij overigens ook twaalf doden.”
Dat verslaafden een hekel hebben aan ‘brommen’, speelt zeker een rol. Van der Bos: “Het verstoort hun hele levensritme. In de wintermaanden vinden ze het soms wel even lekker om binnen te zitten, maar meestal niet. Door de bank genomen draait hun hele leven namelijk maar om één ding en dat is drugsgebruik. Ze moeten ‘scoren’. In de gevangenis kunnen ze hun verslaving niet voeden en dat hakt er in.” Uit statistieken blijkt dat de Leeuwarder politie in 2004 in het kader van het ‘vavven’ in totaal 495 processen verbaal heeft uitgeschreven. Dat resulteerde in 1789 dagen cel. “Dagen waarop de verslaafden dus vast zaten en geen overlast veroorzaakten”, concludeert Van der Bos tevreden. In 2005 zijn tot nu toe 328 soortgelijke pv’s opgemaakt, die 581 strafdagen opleverden. “Minder dus dan in 2004, vooral omdat het aantal verslaafden blijft afnemen en zeker niet omdat we minder scherp zijn”, aldus de politiechef.
Datum: Vrijdag, 28 Oktober 2005