Amaryllis is de Leeuwarder uitwerking van de landelijk ontwikkeling ‘Welzijn Nieuwe Stijl.’ Met de kern van dit programma, 1 gezin, 1 hulpverlener en 1 dossier, kan de VVd- fractie zeker instemmen. Het wordt hoog tijd dat de verkokering tussen organisaties opgeheven wordt en dat de cliënt centraal komt te staan.
Het college kiest er echter in de uitwerking voor om de nadruk te leggen op de aandachtswijken in Leeuwarden. De VVD fractie steunt die keuze in elk geval niet. Uiteindelijk leidt het ertoe dat er voor 70% van de inwoners van Leeuwarden slechts 35% van het budget voor inzet van hulp- en dienstverlening overblijft.
Bij de presentatie van het collegeprogramma heeft de VVD gezegd dat de gewone Leeuwarders meer gaan betalen en minder krijgen. En dat wordt helaas nu waarheid!
Naast een kwalitatieve verbetering moet Amaryllis ook leiden tot besparing, onder andere door de fusie van de beide welzijnsorganisaties, maar ook door een vermindering van het aantal ambtenaren. Kan het college aangeven hoe groot die afname is?Nergens wordt namelijk onderbouwd hoe de nieuwe werkwijze bij de instellingen en intern binnen de gemeente tot besparingen leidt.
In de brief wordt ook gesproken over de nieuwe rol van de sociaal werkers in relatie tot de kanteling in de Wmo. Is deze nieuwe rol bij de uitvoerders genoeg bekend en “tussen de oren” beland? In de informatieve bijeenkomsten tot nu toe is daar niet veel, of onvoldoende, van gebleken. Krijg je straks een sociaal werker die duizendpoot moet zijn? Is dit in de praktijk uitvoerbaar? In hoeverre zijn opleiding en training hier al op aangepast?
Het college geeft aan “samen met het veld” te formuleren hoe prestaties en effecten gemeten moeten worden. De VVD fractie hoopt niet dat het college het wiel opnieuw gaat uitvinden. In diverse steden is al ervaring opgedaan, zoals bijvoorbeeld Den Bosch en Den Haag waar verschillende manieren van afspraken en effectmeting zijn ontwikkeld.
Ook vraagt de VVD fractie zich af wanneer Amaryllis geslaagd is. Heeft het college een duidelijk beeld van de concrete doelen die bereikt moeten worden om van een succes te spreken?
Tenslotte een opmerking van meer principiële aard. Het vernieuwend welzijnswerk gaat ook zeer uit van een “er op af”-houding van de sociaal werker. De VVD heeft al eens bij eerdere gelegenheid aangegeven dat de scheidslijn tussen bemoeizorg en bemoeizucht klein is. Natuurlijk is een actieve houding voor mensen die zorg mijden belangrijk, maar de VVD zal kritisch blijven op signalen van betutteling en ongewenste interventies. De meeste mensen weten zelf wat goed voor hen is, daar hebben ze de overheid niet voor nodig.