VVD: Mag het licht aan?

Verschenen op 4 januari 2013 in de rubriek Te Gast in de Leeuwarder Courant

Bij aantreden heeft het Leeuwarder College besloten te gaan besparen op openbare verlichting door een 1000-tal lantaarnpalen te verwijderen. Nu is er logischerwijze niets tegen op besparen van geld of energie, maar het resultaat moet wel in zeker perspectief gezien worden. De beoogde besparing van €75.000 is amper 0,01 promille van de totale gemeentelijke begroting, maar heeft wel directe gevolgen.

Openbare verlichting is er met meerdere redenen, het is géén uitvinding om maar zoveel mogelijk geld te verspillen. Verlichting voorkomt ongelukken en sociale onveiligheid (enge plekken). Openbare verlichting is ook een taak waarvoor de overheid verantwoordelijk is. Het is namelijk hoogst oncomfortabel om 's avonds zelf met een staaflantaarn de publieke ruimte op te moeten zoeken.

De gemeente heeft onderzoek gedaan onder Leeuwarders. Daaruit bleek dat de verlichting in het zogenaamde 'buitengebied' wel wat minder kon maar de verlichting van wandel- en fietspaden vooral gehandhaafd moest blijven. Een logische uitkomst.

Om één of andere 'duistere' reden is die opdracht van de Leeuwarder inwoners vertaald met 'hoofd fietsroutes blijven we van af, maar de rest kan wel uitgeschakeld worden.' Daar zijn natuurlijk wel minder drastische alternatieven voor te bedenken zoals dimmen, bewegingssensoren en wat al niet meer. Complete fietspaden in bijvoorbeeld Camminghaburen en Goutum zijn nu in het duister gehuld. De schoolgaande jeugd mag voortaan een mijnwerkers helm dragen met groot licht en een bijbehorende accu vervoeren op de pakjedrager om hun weg naar school en terug naar huis te vinden.

De VVD en D66 stelde daarop vragen aan het college. De antwoorden van het college waren van een onthutsend absurdisme. 'Uit onderzoek is gebleken dat onverlichte wandel- en fietspaden, de veiligheid bevorderen. Er wordt van onverlichte routes geen – of minder - gebruik gemaakt, zodat het aantal ongevallen afneemt.' Die redenatie doortrekkend, durven wij - zonder enig onderzoek daarnaar - rustig te verdedigen dat het domweg afzien van de aanleg van wandel- en fietsroutes het aantal ongevallen daarop zelfs naar nihil terugbrengt.

Inwoners van Leeuwarden betalen allemaal belasting en mogen van het openbaar bestuur daar dan ook een tegenprestatie voor verlangen. Eén onderdeel daarvan is dat wij – en onze kinderen - veilig over straat kunnen. Ook wanneer de zon niet schijnt.

Een fietspad is een fietspad en geen spoorzoekers pad. De VVD vindt het onbegrijpelijk dat een gemeente die 'comfortabel fietsen' als speerpunt hanteert, begint met het verwijderen van de openbare verlichting daaraan. Wanneer je het fietsen wilt promoten is niet minder maar juist meer verlichting een wens. Ook op de hoofdfietsroutes vanuit de dorpen naar de stad.

Gert-Jaap van Ulzen

Gemeenteraadslid VVD Leeuwarden