De autoluwe binnenstad

Vorig jaar heeft de raad het college in een motie gevraagd een autoluwe binnenstad te realiseren, iets waarover in het collegeakkoord ook al afspraken waren gemaakt. De VVD heeft destijds, net als een aantal andere partijen, tegen deze motie gestemd. Wat ons betreft is de leefbaarheid en bereikbaarheid van de binnenstad niet gebaat bij het weren van automobilisten. Dit betekent echter niet dat we niet actief betrokken willen worden bij de uitvoering, alleen al vanuit de controlerende taak van de raad. Over het uitvoeringsplan voor Fase1, het autoluw maken van de Eewal en omgeving, werd de raad echter slechts middels een informerende brief op de hoogte gebracht. Gezien de aanzienlijke impact van het uitvoeringsplan en ook van de te verwachten vervolgstappen op de binnenstad hebben wij het plan geagendeerd voor bespreking. 



Gesprek met de ambtelijke dienst
Eerst hebben we ons bij laten praten door de ambtelijke dienst over de totstandkoming van het plan en de rol van de betrokken omwonenden en ondernemers hierbij. We hebben daarbij ook gevraagd naar de motivatie voor de timing van de uitvoering. Hebben de ondernemers in de binnenstad niet al genoeg te stellen met de gevolgen van de Corona crisis?

Het open podium 
Daarna volgde een open podium waarbij betrokkenen de gelegenheid kregen om in te spreken. Zoals ook te lezen was in de LC waren de omwonenden van de Bollemanssteeg onaangenaam verrast door het voornemen om in hun smalle straat tweerichtingsverkeer in te voeren. Er waren dan ook veel insprekers vanuit die straat. Tijdens de bijeenkomst kregen ze de toezegging dat de gemeente eerst met ze in gesprek zou gaan. In een brief vanuit de dienst en het daarop volgende politieke podium werd dit nogmaals bevestigd. Eerst vindt er begin volgend jaar een evaluatie plaats van de eerste fase en tot die tijd worden er geen wijzigingen aangebracht in de rijrichting. 

De coffeeshophoudster
Een coffeeshophoudster sprak ook in. Haar bedrijfsvoering wordt direct getroffen door de plannen en zij gaf aan dat zij onvoldoende was betrokken bij de totstandkoming ervan. In de brief die volgde op het open podium benadrukte de gemeente nogmaals hoe goed de omwonenden en ondernemers bij de planvorming waren betrokken. En dat dit ook gold voor de coffeeshops. Dit was voor de coffeeshophoudster aanleiding om te reageren met een uitgebreid feitenrelaas waarin ze beschreef op welke punten het wat haar betreft mis was gegaan. Het varieerde van niet uitgenodigd worden voor bijeenkomsten tot niet worden teruggebeld door de gemeente terwijl dat wel was afgesproken. Iets om tijdens het politiek podium de wethouder over te bevragen. Immers, zeker als je beweert dat 80% van de betrokkenen achter de plannen staat dan verdient juist die 20% die bezwaren heeft serieuze aandacht. 

Terwijl de wethouder deze stelling onderschreef was hij toch niet bereid om toe te geven dat de gemeente in de communicatie met de coffeeshophoudster steken heeft laten vallen. De communicatie met alle betrokkenen was volgens de wethouder uitstekend verlopen. Naar mijn mening is dit niet de manier waarop een wethouder om zou moeten gaan met een inspreekster die met een onderbouwd verhaal aangeeft hoe zij de gang van zaken heeft ervaren.  Vlak voor het politiek podium is de betreffende onderneemster nog wel gebeld vanuit de gemeente. Weliswaar 5 weken nadat dit was toegezegd maar een optimist zou het kunnen zien als een begin van herstel van de onderlinge verhoudingen. Op de vraag vanuit een collega raadslid of de wethouder zelf niet eens met haar in gesprek kon gaan kwam helaas geen echte toezegging. 

Alleen al als het gaat om de betrokkenheid van de raad en de wijze waarop wordt gecommuniceerd met de belanghebbenden is er genoeg waar we tijdens de uitvoering van het plan en ook bij de voorbereiding van de vervolgfases actief op gaan letten. Wij blijven daarbij in gesprek met alle betrokkenen, of ze nu voor of tegen een autoluwe binnenstad zijn.